Vandaag las ik in de klas
de ballade van Heer Halewijn, een seriemoordenaar die jonge maagden
lokte met zijn fluit en ze vervolgens vermoordde. Nu was er echter
een prinses die erin slaagde om hem te doden en te onthoofden. Dan
werd er door de leerkracht een vergelijking gemaakt met het slachten
van kippen: als je een kip onthoofdt, blijft het lichaam nog even
voortlopen. Hier werd hartelijk om gelachen – dat kan ik enigszins
nog begrijpen, omdat het toch sterk doet denken aan een tekenfilm.
Maar het wringt. Lachen met het leed van een ander levend wezen. Dat
doe je toch niet? We kennen allemaal die filmpjes van ‘America’s
Funniest Home Videos’ waarin mensen bijvoorbeeld tegen een paal
lopen. Dat zal vast ook pijn doen, maar is in mijn ogen toch nog iets
anders dan doden. Je kunt je dan afvragen of je nergens meer om mag
lachen, en dat is niet wat ik probeer te zeggen. Ik was gewoon, voor
mezelf, aan het nadenken hoe ver je mag gaan.
Het slachten van de kip
was overigens niet genoeg informatie; “Met kippen kun je vanalles
doen!”, zei de leerkracht nog. Vervolgens vertelde ze over een
goochelaar die kippen hypnotiseerden. Dan nam hij bijvoorbeeld hun
lijf vast en trok dat naar beneden, maar door de hypnose bleef hun
kop op dezelfde plek zodat de nek werd verlengd. Wederom heel
cartoonesk als je je het probeert in te beelden, maar echt lachen heb
ik amper twee seconden volgehouden. Misschien jammer dat ik dat niet
meer kan, maar dat is een weloverwogen keuze die ik zelf heb gemaakt
en nu kan ik zeggen dat ik er trots op ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten